Repertorium Hulthem

De ·vij· bloemen ·Ciij·

Hulthem-Nr: 
103  (f. 85rb,5-85va,31)
Opschrift: 
De ·vij· bloemen ·Ciij·
Incipit: 
God gruete ·v· edel rose roet Maria vol ghenaden
Explicit: 
Dat wi dat soete hemelrike Met uwen lieuen kinde verwerven
Afrondingsformule: 
Amen ·Item ·lvj· verse
Weergave inhoud: 
Edele rode roos, Maria vol genade en helpster in de nood, sta mij altijd bij. Ave Maria. Zuivere lelie, moeder en maagd, leer mij de weg naar het hemels paradijs. Fiere akelei, waarin God mens werd, steun de zondaars die zich op u verlaten. Goudsbloem, troost van de gehele wereld, zorg dat ik op de jongste dag het eeuwige leven mag verkrijgen. Zoete madelief, met recht prijs ik uw grote ootmoet en deugden. Steun mij op de jongste dag. Schoon viooltje dat nooit zal verdorren, smetteloze vrouw, u bent schoner dan de dag. Zon, maan en sterren zijn niet te vergelijken met uw schoonheid. Hemelsblauwe korenbloem, uitverkoren moeder en reine maagd, help ons op aarde zo te leven en te sterven, dat wij het hemelrijk bij uw lieve Zoon verwerven.
Namen: 
Eva Maria, moeder van Jezus
Auteurs: 
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort: 
Gebed (tot Maria).
Vorm: 
rijm: ababcdcd
Lengte: 
56 vss., 7 strofen van 8 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-G 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 9 regels. ─ Na elke strofe (behalve de laatste): Ave Maria, wellicht als aansporing om het (Latijnse?) weesgegroet te bidden. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Gelijk rijm vss. 45/47.
Petit-Nommer(s): 
817; 1678e; 1688
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 489-490
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
De Pauw 1893-1914 , dl. 1 p. 25-27
De Pauw 1893-1914 N. de Pauw (ed.), Middelnederlandsche gedichten en fragmenten. Gent (Siffer) 1893-1914. 2 dln.
Secundaire literatuur: 
De Baere 1992 , p. 78-79
De Baere 1992 G. de Baere, V. Fraeters, F. Willaert, 'Vanden bogaert die ene clare maecte'. In: H. van Dijk e.a. (red.), Klein kapitaal uit het handschrift-Van Hulthem. Zeventien teksten uit Hs. Brussel, K.B. 15.589-623 uitgegeven en ingeleid door neerlandici, verbonden aan tien universiteiten in Nederland en België. Hilversum (Verloren) 1992, p. 77-85. Middeleeuwse studies en bronnen 33.
Behling 1967
Behling 1967 L. Behling, Die Pflanze in der mittelalterliche Tafelmalerei. 2., durchges. Aufl., Köln etc. (Böhlau) 1967.
Burghoorn 1984 , (scriptie)
Burghoorn 1984 J. Burghoorn, Maria in Hulthem. Een onderzoek naar de achtergronden van drie Maria-gedichten uit het handschrift van Hulthem, ingeleid, geannoteerd en van een toelichting voorzien. (Ongepubl. doctoraalscriptie Ermelo 1984, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-357).
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 184
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Laga 1956 , (licentiaatsverhandeling)
Laga 1956 G. Laga, Maria in de Middelnederlandse letterkunde. Onderzoek van de voorstellingswijze in de diverse literaire genres en van het parallellisme in de plastische kunsten. Licentiaatsverhandeling Leuven 1956.
Lakerfeld , (scriptie)
Lakerfeld Th. Lakerfeld, Den hoet van minnen. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 902).
Oosterman 1995A , p. 108, 379 n. 193
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Rheinheimer 1977-...
Rheinheimer 1977-... M. Rheinheimer, 'Von sieben Blumen'. In: W. Stammler e.a., Die deutsche Literatur des Mittelalters: Verfasserlexikon. 2e, völlig neu bearb. Aufl. [...] Berlin etc. (De Gruyter) 1977-... . ... dln. Dl. 8, kol. 1155.
Salzer 1886
Salzer 1886 A. Salzer, Die Sinnbilder und Beiworte Mariens in der deutschen Literatur und lateinischen Hymnenpoesie des Mittelalters. Mit Berücksichtigung der patristischen Literatur. Eine literar-historische Studie. Linz (Feichtingers) 1886. [Ongew. herdruk Darmstadt (Wissenschaftl. Buchgesellsch.) 1967].
Vercammen 1994 , (licentiaatsverhandeling)
Vercammen 1994 S. Vercammen, Bloemensymboliek in middeleeuwse geestelijke teksten. Licentiaatsverhandeling U.I. Antwerpen 1994.
De Voght 1941 , p. 49
De Voght 1941 J. de Voght, Maria in de Middelnederlandsche poëzie. Tongerloo (St. Norbertus Boekhandel) 1941.
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-56  olim Leuven, Universiteitsbibliotheek, D 419  [1375 - 1425] , f. 70v-72v
olim Leuven, Universiteitsbibliotheek, D 419
(verbrand in 1940)
Post quem: 1375
Ante quem: 1425
Datering: begin 15e eeuw (BNM: 1e kwart 15e eeuw)
Oosterman 1995A , p. 345 (118)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 40,  103,  213
(b) vss. 1-56  Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, 2274  [1425 - 1450] , f. 136r-138r (langere tekst)
Darmstadt, Hessische Landes- und Hochschulbibliothek, 2274
Post quem: 1425
Ante quem: 1450
Datering: 1439
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 103
(c) vss. 1-56  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXVII  [1400 - 1450] , f. 21r-23r
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXVII
Post quem: 1400
Ante quem: 1450
Datering: 1e helft 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 40,  42,  103,  104
(d) vss. 1-56  Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. oct. 120  [1500 - 1600] , f. 23r-24v
Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. oct. 120
Post quem: 1500
Ante quem: 1600
Datering: 16e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 87,  103
(e) vss. 1-56  Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 295  [1450 - 1500] , f. 67r-68r
Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 295
Post quem: 1450
Ante quem: 1500
Datering: 2e helft 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 103
Zie: 
Behling 1967 , p. 27-29, 34 en 37-38 (b)
Behling 1967 L. Behling, Die Pflanze in der mittelalterliche Tafelmalerei. 2., durchges. Aufl., Köln etc. (Böhlau) 1967.
Meertens 1930-1934 , dl. 6 p. 194 (a)
Meertens 1930-1934 M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Meijer 1839 , p. 34, 65-67 (c)
Meijer 1839 G.J. Meijer, 'Verslag van en mededeeling uit twee getijdenboeken der veertiende eeuw'. In: Verhandelingen der Tweede Klasse van het Kon. Ned. Inst. van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten 6 (1839), 2e stuk p. 32-71.
Mone 1853-1855 , dl. 2 p. 419-420 (b)
Mone 1853-1855 F.J. Mone, Lateinische Hymnen des Mittelalters. Aus Handschriften hrsg. und erklärt von ─. Freiburg i. Br. (Herder) 1853-1855. 3 dln.
Oosterman 1995A , p. 248 (83) (a-e)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Verdam 1898 , p. 162-163 (c)
Verdam 1898 J. Verdam, 'Middelnederlandsche geestelijke poëzie (naar aanleiding van twee handschriften in de boekerij der Akademie)'. In: Versl. & meded. der Kon. Akad. van Wetenschappen. Afd. Letterkunde 4e reeks nr. 2 (1898), p. 145-174.
Aanvullende informatie bij parallellen en Variant: 
Ook in: 
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, II 6.407 , [1400 - 1500] , f. 60v-65r, zie 
Oosterman 1995A
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, II 6.407
Post quem: 1400
Ante quem: 1500
Datering: 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 85,  103,  104
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.