Repertorium Hulthem

Van dat die liede sijn

Hulthem-Nr: 
119  (f. 103vb,22-104ra,38)
Afbeelding: 
Foto van f. 104r
Foto van f. 104r
Opschrift: 
Van dat die liede sijn gherne geheten joncfrou
Opschrift: 
·Cxix·
Incipit: 
AL dunct den lieden meest al gader Dat die werelt nv es quader
Explicit: 
Maer die ginder hemelrijc heeft Heeft hier als een coninc geleeft
Afrondingsformule: 
Nota ·lij· verse
Weergave inhoud: 
De meeste mensen denken dat de wereld nu slechter is dan vroeger, maar goddank is dat niet zo. Want de vrouwen, die vroeger Heile, Griet, Lise of Calle werden genoemd, heten nu allen joncfrou. Al verkocht hun moeder groenten, bier of kippen, brouwde ze bier of iets dergelijks, zíj willen joncfrou worden genoemd. Al groet ik ze vriendelijk, ze zwijgen hooghartig, als ik ze niet met joncfrou aanspreek. Wat een verbeelding! Als ze wat bezit hebben verworven, willen ze ook meteen van adel zijn. Zelfs een geboren koningszoon die niet zorgt voor een edele levenshouding, hoort niet bij de edelen. Adel van hart en zeden telt meer dan bezit of afkomst. Wees niet hardvochtig maar help elkaar. Wij zijn allemaal even sterfelijke mensen met dezelfde Hemelse Vader. Wie later het hemelrijk verwerft, die heeft hier pas als een echte vorst geleefd.
Namen: 
Calle Griet Heile Lise
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Hekelende profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
52 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-A 2 regels hoog.
Petit-Nommer(s): 
614
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 576-577
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1855 , p. 76-78
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Van Vloten 1885 , p. 149
Van Vloten 1885 J. van Vloten, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren van de vroegste tijden tot op heden, een leer- en handboek voor hoogere burger- en andere scholen. 3e herz. dr. Tiel (Campagne) 1885.
Secundaire literatuur: 
Van Anrooij 1991 , p. 193-194
Van Anrooij 1991 W. van Anrooij & A.M.J. van Buuren, ''sLevens felheid in één band: het handschrift-Van Hulthem'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 184-199 en 385-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Hogenelst 1994 , p. 268-269
Hogenelst 1994 D. Hogenelst, 'Zoekplaatje: "Comburg" versus "Hulthem"'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 259-273 en 429-433. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 74-75 (92)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Van Moerkerken 1904 , p. 71
Van Moerkerken 1904 P.H. van Moerkerken, De satire in de Nederlandsche kunst der Middeleeuwen. Amsterdam (Van Looy) 1904. Diss. Utrecht.
Pleij 1991C , p. 46
Pleij 1991C H. Pleij, 'Inleiding: op belofte van profijt'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 8-51 en 347-353. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Van Vloten 1885 , p. 148
Van Vloten 1885 J. van Vloten, Beknopte geschiedenis der Nederlandsche letteren van de vroegste tijden tot op heden, een leer- en handboek voor hoogere burger- en andere scholen. 3e herz. dr. Tiel (Campagne) 1885.
Parallellen en varianten: