Repertorium Hulthem

De borchgravinne

Hulthem-Nr: 
162  (f. 157vb,27-164ra,27)
Opschrift: 
De borchgravinne van vergi
Opschrift: 
·C·lxij·
Incipit: 
Gherechte minnare waer ghi sijt Sijt op v hoede in alder tijt
Explicit: 
Des onne ons die hemelsche vader Amen segget alle gader
Afrondingsformule: 
Amen ·xic·xxvij· verse
Weergave inhoud: 
Minnaars houd uw liefde vooral geheim, anders komt er ongeluk van. Ik zal u vertellen wat er gebeurde met de burggravin van Vergi. De hertogin van Bourgondië was verliefd op een van de ridders aan het hof van haar man, maar werd door hem afgewezen. Vernederd klaagde ze hem aan bij haar man: hij zou haar verleid hebben. De ridder werd verhoord en om zijn onschuld te bewijzen bekende hij, dat hij de minnaar was van de burggravin van Vergi, een nicht van de hertog. Hij bezwoer zijn heer zijn liefde zorgvuldig geheim te houden. De hertogin ontfutselde haar man dit verhaal. Wraakzuchtig zinspeelde ze op dit geheim tegen de burggravin, die zich door haar geliefde verraden waande en zelfmoord pleegde. Haar wanhopige minnaar doorstak zich daarop, terwijl de hertog, die zijn vrouw doorzag, haar met zijn zwaard doodde en als kruisvaarder het land verliet. Minnenden, neem dit voorbeeld ter harte.
Namen: 
Bourgondië Vergi
Auteurs: 
Hein van Aken?
Hein van Aken?
Ook bekend als: Heyne van Aken van BruesseleHenric van Brussel
Datering: 13e/14e eeuw (1250- ca. 1320)
Nr. 162 en spreuk 6 van nr. 148 toegeschreven door Van Eeghem aan Hein van Aken. Niet weerlegd. Waarschijnlijk geboren te Brussel, prochiaen te Corbeke bij Leuven, vóór 1330 overleden. Jan van Boendale bewondert hem in Der leken spiegel.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 1 p. 47-102
W.E. Hegman, 'Is Hein van Aken de dichter van het tweede gedeelte van de Rinclus?'. In: De nieuwe taalgids 48 (1955), p. 77-81.
W.E. Hegman, 'Hein van Aken. Nieuwe gegevens voor 's dichters biografie'. In: Handelingen van de Zuidnederlandse 11 (1957), p. 53-67.
W.E. Hegman, Hein van Aken. Een Brussels dichter uit de Middeleeuwen. Licentiaatsverhandeling Gent 1958.
R. Lievens, 'De dichter Hein van Aken'. In: Spiegel der letteren 4 (1960), p. 57-74.
F.A. Snellaert (ed.), Nederlandsche gedichten uit de veertiende eeuw van Jan van Boendale, Hein van Aken en anderen naar het Oxfordsch handschrift. Brussel (s.n.) 1869.: LXXVIII-XCI
J.F. Willems, 'Hein van Aken'. In: Belgisch museum 4 (1840), p. 102-112.
J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.: p. 223-224
Tekstsoort: 
Exempel (volgens vs. 1109); waarin twee geïnterpoleerde liedjes (Strijbosch 1996).
Vorm: 
rijm: aabb/aabbaabb/abab
Lengte: 
1127 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-G 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) en marginale paragraaftekens op onregelmatige plaatsen, f. 160va,5 en 162rb,17 doorgehaald, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Gedicht beëindigd op 24 mei 1315 (volgens vss. 1120-1124). Bewerking van Franse bron. Dit verhaal komt ook voor in Dirc Potter, Der minnen loep, 2e boek vss. 430-608. ─ Interpolatie van 2 liedjes (vss. 385-392 aabbaabb en vss. 566-569 abab). Vss. 1060-1064 eveneens abab. Paragraaftekens vss. 97, 189, 195, 237, 513, 565, 988 en 1119; lombarden vss. 109, 137, 169, 267, 319, 385, 393, 469, 570, 626, 722, 768, 800, 840, 962, 1032 en 1060. Vss. 27/28 onzuiver rijm, vss. 407/408, 503/504, 549/550 en 1082/1083 gelijk rijm.
Petit-Nommer(s): 
670a/f; 1609a/d
Edities: 
Blommaert 1838-1851 , dl. 1 p. 57-72
Blommaert 1838-1851 Ph. Blommaert (ed.), Oudvlaemsche gedichten der XIIe, XIIIe en XIVe eeuwen. Gent (Hebbelynck) 1838-1851. 3 dln.
Van den Bosch 1976 , p. 31-58
Van den Bosch 1976 J. van den Bosch (ed.), Dat was gezelschap. Proza en poëzie van 1200 tot 1600. 7e dr. Amsterdam (Querido) 1976. Salamander-pocket 301.
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 832-860
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Drijver 1893 , (bewerkt fragment)
Drijver 1893 F.W. Drijver, 'Die Borchgravinne van Vergi'. In: Het belfort 8 (1893), p. 211-216.
De Keyser 1943
De Keyser 1943 P. de Keyser (ed.), De Borchgravinne van Vergi. Antwerpen (Ned. Boekhandel) 1943. Klassieke galerij 10.
De Keyser 1947 , (bewerking)
De Keyser 1947 P. de Keyser, De Borchgravinne van Vergi als abel spel bewerkt. Amsterdam etc. (Wereldbibliotheek) 1947.
Jansen-Sieben 1985 , p. 25-63
Jansen-Sieben 1985 R. Jansen-Sieben, De Borchgravinne van Vergi. Naar handschrift-Van Hulthem en het Gentse fragment uitg. en toegelicht door ─. 3e verm. uitg. met een letterkundige uitleiding door F.P. van Oostrom. Utrecht (HES) 1985.
Jonckbloet 1842 , (prozabewerking)
Jonckbloet 1842 W.J.A. Jonckbloet, 'De Burchgravinne van Vergi, eene proeve van romantische dichtkunst'. In: Mengelingen van het letterkundig genootschap 'Oefening kweekt kennis'. Proza 1 (1842), p. 65-90.
Judd 1991 , (Engelse vertaling)
Judd 1991 S. Judd, 'Two short pieces from medieval Dutch: The countess of Vergi and Gloriant'. Translation by ─. Introduction by T.M. Guest'. In: Dutch crossing 43 (1991), p. 52-93.
Van Loey 1949
Van Loey 1949 A. van Loey, De Borchgrauinne van Vergi. Diplomatische uitgave naar het Hulthemse handschrift (Koninklijke Bibliotheek te Brussel). Leiden (Brill) 1949. Textes Minores 9.
Meder 1988 , p. 7-26 (bewerking)
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Muller 1873
Muller 1873 S. Muller Hz., De Borchgravinne van Vergi. Middelnederlandsch gedicht uit het begin der 14e eeuw. Opnieuw naar het handschrift [Van Hulthem] uitg. door ─. Leiden (Brill) 1873.
Sonnemans 1995 , dl. 2 p. 19-20 (proloog)
Sonnemans 1995 G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Stoett 1892A
Stoett 1892A F.A. Stoett (ed.), Die Borchgravinne van Vergi. Zutphen (Thieme) 1892. Klassiek letterkundig pantheon 127.
Wilmink 1997
Wilmink 1997 W. Wilmink, De burggravin van Vergi. Een middeleeuwse novelle. Vertaald door ─, in samenwerking met een werkgroep van Utrechtse neerlandici. Ingeleid door W.P. Gerritsen. Met een uitgave van de Middelnederlandse tekst door R. Jansen-Sieben. Amsterdam (Prometheus ─ Bert Bakker) 1997.
Secundaire literatuur: 
Ter Beest 1989 , (scriptie)
Ter Beest 1989 J. ter Beest, Lanval en de Borchgravinne van Vergi. Een structurele en thematische vergelijking van twee middeleeuwse liefdesverhalen gebaseerd op het thema van de vrouw van Potifar. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de V.U. Amsterdam, afd. Letterkunde).
Van den Berg 1986 , p. 311-313
Van den Berg 1986 E. van den Berg, 'Over het lokaliseren van Middelnederlandse rijmteksten'. In: Versl. & meded. van de Kon. Acad. voor Ned. taal- en letterkunde 1986, p. 305-322.
Boekenoogen 1949
Boekenoogen 1949 G.J. Boekenoogen, 'De Nederlandsche volksboeken'. In: A.A. van Rijnbach, Verspreide geschriften van dr. G.J. Boekenoogen. Verzameld door ─. Leiden (Brill) 1949, p. 207-251.
Brandsma 1987
Brandsma 1987 F. Brandsma, 'Het "Don contraignant" in de Borchgravinne van Vergi'. In: S. Buitink, A.M.J. van Buuren & I. Spijker (red.), Rapiarijs. Een afscheidsbundel voor Hans van Dijk. Utrecht (De Vooys) 1987, p. 17-19. Ruyg Bewerp 16.
Ten Brink 1897 , p. 203-204
Ten Brink 1897 J. ten Brink, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam (Elsevier) 1897.
Van Buuren 1979 , (passim)
Van Buuren 1979 A.M.J. van Buuren, Der minnen loep van Dirc Potter. Studie over een Middelnederlandse Ars amandi. Utrecht (HES) 1979. Diss. Utrecht.
Debaene 1977 , p. 36-41
Debaene 1977 L. Debaene, De Nederlandse volksboeken. Ontstaan en geschiedenis van de Nederlandse prozaromans, gedrukt tussen 1475 en 1548. 2e dr. Hulst (Merlijn) 1977. Diss. Leuven 1951.
De Deken 1971 , (licentiaatsverhandeling)
De Deken 1971 R. de Deken, De Borchgravinne van Vergi, bijdrage tot de hoofse thematiek. Licentiaatsverhandeling Leuven 1971.
Duchateau 1964
Duchateau 1964 A. Duchateau & G. de Schutter, 'Het volksboek Een schoone historie vander Borchgravinne van Vergi'. In: Rederijkersstudiën. Uit het Seminarie voor Ned. Literatuurstudie van de Rijksuniversiteit te Gent 1964, p. 7-40.
Dufournet 1994
Dufournet 1994 J. Dufournet & L. Dulac, La châtelaine de Vergy: édition bilingue. Presentée et commentée par ─. Paris (Gallimard) 1994.
Van Eeghem 1958-1963 , dl. 3 p. 99-102
Van Eeghem 1958-1963 W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Gerritsen 1993 , p. 80-83
Gerritsen 1993 W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder: personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen (SUN) 1993.
Gerritsen 1997 , p. 69-71
Gerritsen 1997 W.P. Gerritsen, 'De burggravin van Vergi uit het slijk gehaald. Literairhistorische vragen bij twee middeleeuwse insignes'. In: Nederlandse letterkunde 2 (1997), p. 67-74.
Hendrickx 1993 , (scriptie)
Hendrickx 1993 L.P.M. Hendrickx, Alse ons minne worde mare. Een studie naar de dramatische compositie en de liefdesconceptie in De Borchgravinne van Vergi en naar de intertekstuele relatie met de Tristan. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de V.U. Amsterdam, afd. Letterkunde).
Van Herk 1997
Van Herk 1997 A. van Herk en J. Verbeek, 'De hertog stapte niet op een brommer ... Over de samenwerking tussen Willem Wilmink en een werkgroep van Utrechtse neerlandici bij het vertalen van De Borchgravinne van Vergi'. In: Madoc 11 (1997), p. 27-34.
Van Heurck 1943 , p. 70-71
Van Heurck 1943 E.H. van Heurck, De Vlaamsche volksboeken. In het Nederlands vertaald door J. Truyts. Antwerpen (Buschmann) 1943. Volkserf-reeks 1.
Hogenelst 1995B , p. 187
Hogenelst 1995B D. Hogenelst & F. van Oostrom, Handgeschreven wereld. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1995.
Huese-Noordman , (scriptie)
Huese-Noordman M.E. Huese-Noordman, De Borchgravinne van Vergi. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 879).
Jonckbloet 1888-1892 , dl. 2 p. 198-199
Jonckbloet 1888-1892 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. 4e dr., herz. en tot den tegenwoordigen tijd bijgewerkt door C. Honigh. Groningen (Wolters) 1888-1892. 6 dln.
Jonker (M.) , (scriptie)
Jonker (M.) M. Jonker, Dood en liefde in De Borchgravinne van Vergi. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 934).
Kalff 1906-1912 , dl. 1 p. 339
Kalff 1906-1912 G. Kalff, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Groningen (Wolters) 1906-1912. 7 dln.
Knuvelder 1970-1976 , dl. 1 p. 206, 223-225
Knuvelder 1970-1976 G. Knuvelder, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde. 5e, geheel herz. dr. 's-Hertogenbosch (Malmberg) 1970-1976. 4 dln.
Koldeweij 1995 , p. 101-103
Koldeweij 1995 A.M. Koldeweij, 'Karel de Grote en De Borchgravinne van Vergi'. In: A.M. Koldeweij en A. Willemsen, Heilig en profaan: laatmiddeleeuwse insignes in cultuurhistorisch perspectief. Amsterdam (Van Soeren) 1995, p. 98-104.
Kostoroski 1972
Kostoroski 1972 E.P. Kostoroski, 'Quest in query and the Chastelaine de Vergi'. In: Medievalia et Humanistica. Studies in medieval and renaissance culture, N.S. 3. Social dimensions in medieval and renaissance studies. Cleveland etc. (Case Western Reserve University) 1972, p. 179-198.
Lambin 1838 , p. 57-58
Lambin 1838 J.J. Lambin (ed.), 'Van der zielen ende van den lechame, een oud gedicht, en bedenkingen daerop'. In: Belgisch museum 2 (1838), p. 57-77.
Lodder 1997 , p. 76, 82 n. 27
Lodder 1997 F.J. Lodder, Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Leiden (Ridderhof) 1997. Diss. Leiden.
Van Loey 1948
Van Loey 1948 A. van Loey, 'Vergiana'. In: Album prof. dr. Frank Baur. Antwerpen etc. (Standaard Boekhandel) 1948. 2 dln. Dl. 2, p. 54-60.
Lorenz 1909
Lorenz 1909 E. Lorenz, Die Kastellanin von Vergi in den Literaturen Frankreichs, Italiens, der Niederlande, Englands und Deutschlands. Mit einer deutschen Uebersetzung der altfranzösischen Versnovelle und einem Anhange: Die Kastellan von Couci-sage als Gabrielle de Vergi-legende. Halle a.S. (Kaemmerer) 1909.
Maraud 1972
Maraud 1972 A. Maraud, 'Le lai de Lanval et la Chastelaine de Vergi'. In: Romania 93 (1972), p. 433-459.
Meder 1988 , p. 136-138
Meder 1988 Th. Meder, Hoofsheid is een ernstig spel. Middeleeuwse hoofse teksten. Amsterdam (Querido) 1988. Griffioenserie.
Meder 1989
Meder 1989 T. Meder, 'De causaliteit in De Borchgravinne van Vergi. Over de oplosbaarheid van een hoofs dilemma'. In: Millennium 3 (1989), p. 51-74.
Van Mierlo 1928 , p. 192
Van Mierlo 1928 J. van Mierlo, Geschiedenis van de Oud- en Middelnederlandsche letterkunde. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel) 1928.
Van Mierlo 1948 , p. 70-74
Van Mierlo 1948 J. van Mierlo, Sprokkelingen op het gebied der Middelnederlandse poëzie. Turnhout (Van Mierlo-Proost) 1948. Uitg. der Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde, reeks 3 no. 26.
Van Mierlo 1949 , dl. 1 p. 373-374
Van Mierlo 1949 J. van Mierlo, De letterkunde van de Middeleeuwen. 2e, herz. en verm. dr. 's-Hertogenbosch etc. (Malmberg etc.) 1949. Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Onder redactie van F. Baur, W.J.M.A. Asselbergs, J. van Mierlo e.a. Dl. 1 en 2.
Van Mierlo 1952
Van Mierlo 1952 J. van Mierlo, 'Nog enkele critische en exegetische aantekeningen bij Die Borchgravinne van Vergi'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1952, p. 737-761.
Van Oortmerssen 1979 , (scriptie)
Van Oortmerssen 1979 D. van Oortmerssen, De Borchgravinne van Vergi: een vergelijkend onderzoek naar de inhoudelijke en verteltechnische verschillen tussen de Hulthemse tekst, de Gentse fragmenten en het Franse origineel. Barendrecht 1979. (Ongepubl. scriptie MOB, Nutsacad. te Rotterdam, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 2384).
Payen 1973
Payen 1973 J.-Ch. Payen, 'Structure et sens de La Châtelaine de Vergi'. In: Le moyen âge 2 (1973), p. 209-230.
Pleij 1980-1981 , p. 324
Pleij 1980-1981 H. Pleij, 'Over de betekenis van Middelnederlandse teksten. Boekbespreking van Esmoreit, uitgeg. door A.M. Duinhoven'. In: Spektator 10 (1980-1981), p. 299-339.
Pleij 1991B , p. 47-48
Pleij 1991B H. Pleij, Sprekend over de Middeleeuwen. Utrecht etc. (Teleac etc.) 1991.
Resoort 1988 , p. 16-18, 44-100
Resoort 1988 R. Resoort, Een schoone historie van der borchgravinne van Vergi. Onderzoek naar de intentie en gebruikssfeer van een zestiende-eeuwse prozaroman. Hilversum (Verloren) 1988. Middeleeuwse studies en bronnen 9. Diss. Utrecht.
Schenkel 1997A , p. 45
Schenkel 1997A J. Schenkel, 'Het handschrift-Van Hulthem, het Comburgse handschrift en de scriptoriumhypothese'. In: Queeste 4 (1997), p. 42-59.
Schmolke-Hasselmann 1976
Schmolke-Hasselmann 1976 B. Schmolke-Hasselmann, 'La Chastelaine de Vergi auf Pariser Elfenbein-Kästchen des 14. Jahrhunderts. Zum Problem der Interpretation literarischer Texte anhand von Bildzeugnissen'. In: Romanistisches Jahrbuch 27 (1976), p. 52-76.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Schreiner 1972 , (scriptie)
Schreiner 1972 T. Schreiner, De borchgravinne van Vergi. (Ongepubl. doctoraalscriptie Den Haag 1972, te raadplegen bij de Vakgroep Nederlands R.U. Leiden, GA 402).
Serrure 1872 , p. 381
Serrure 1872 C.P. Serrure, Letterkundige geschiedenis van Vlaanderen. Eerste deel: Nederlandsche en Fransche letterkunde tijdens XII, XIII en XIVde eeuwen. Gent (De Busscher) 1872.
Snellaert 1838 , p. 71
Snellaert 1838 F.A. Snellaert, Verhandeling over de Nederlandsche dichtkunst in België, sedert hare eerste opkomst tot de dood van Albert en Isabella. Brussel (Hayez) 1838.
Sonnemans 1990 , p. 250
Sonnemans 1990 G.H.P. Sonnemans, 'De openingsstruktuur van Middelnederlandse teksten'. In: Spiegel der letteren 32 (1990), p. 231-259.
Sonnemans 1995 , dl. 1 (passim)
Sonnemans 1995 G. Sonnemans, Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen. S.l. (s.n.) 1995. 2 dln. Diss. Nijmegen.
Van Straten , (scriptie)
Van Straten J.H. van Straten, De Borchgravinne van Vergi. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1909).
Strijbosch 1996 , p. 6-7 en 24
Strijbosch 1996 C. Strijbosch, Repertorium van Middelnederlandse liederen in bronnen tot 1500. Deel 1: Bronnenrepertorium. Antwerpen (UFSIA) 1996.
Stuip 1970 , p. 24-26 en 30
Stuip 1970 R.E.V. Stuip, La chastelaine de Vergi. Éd. critique du ms. BN f.fr. 375 avec Introd. notes, glossaire et index, suivie de l'édition diplomatique de tous les manuscrits connus du XIIIe et du XIVe siècle. Den Haag enz. (Mouton) 1970. Diss. VU Amsterdam.
Stuip 1985
Stuip 1985 R.E.V. Stuip (ed.), La Chatelaine de Vergi. Textes établi et traduits par ─. Paris (Union Gén. d'Éditions) 1985.
Stuip 1990-1992
Stuip 1990-1992 R.E.V. Stuip, 'La Chatelaine de Vergy du XIIème au XVIIIème siècle'. In: B. Alluin et F. Suard (éds.), La Nouvelle. Lille (Presses Univ. de Lille) 1990-1992. 2 dln. Dl. 1 (Définitions, transformations), p. 152-161.
Truyts 1893
Truyts 1893 J. Truyts, 'De Borchgravinne van Vergi'. In: Het belfort 8 (1893), p. 389-390.
Van Velzen-Hooft , (scriptie)
Van Velzen-Hooft M. van Velzen-Hooft, Hoofdzaken over hoofsheid. Bijzaken in de Borchgravinne van Vergi? (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de Universiteit van Amsterdam, Documentatiecentrum Nederlandse Letterkunde, nr. 1909).
Verdeyen 1948 , dl.2 p. 337
Verdeyen 1948 R. Verdeyen, 'Literaire reminiscenties bij de rederijkers'. In: Album prof. dr. Frank Baur. Antwerpen (Standaardboekhandel) 1948. Dl. 2, p. 333-339.
De Vooys 1940-1942
De Vooys 1940-1942 C.G.N. de Vooys, 'Kleine tekstverbeteringen in Die Borchgravinne van Vergi'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 60 (1940), p. 242; 61 (1941-1942), p. 135.
De Vreese 1894
De Vreese 1894 W.L. de Vreese, 'Kleine tekstverbeteringen'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 13 (1894), p. 74-75.
De Vries 1873 , p. 62-63
De Vries 1873 M. de Vries, 'Tekstcritiek'. In: De taal- en letterbode 4 (1873), p. 45-80.
De Vries 1882
De Vries 1882 M. de Vries, 'Tekstcritiek Borchgravinne van Vergi, vs. 1062'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 2 (1882), p. 317-320.
De Vries 1884
De Vries 1884 M. de Vries, 'Bladvulling'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 4 (1884), p. 110-112.
Wackers 1991 , p. 63-65
Wackers 1991 P. Wackers, 'Het belang van de vorm in de Nederlandse literatuur van de late Middeleeuwen'. In: Millennium 5 (1991), p. 58-74.
Wilmink 1997
Wilmink 1997 W. Wilmink, De burggravin van Vergi. Een middeleeuwse novelle. Vertaald door ─, in samenwerking met een werkgroep van Utrechtse neerlandici. Ingeleid door W.P. Gerritsen. Met een uitgave van de Middelnederlandse tekst door R. Jansen-Sieben. Amsterdam (Prometheus ─ Bert Bakker) 1997.
Te Winkel 1887 , p. 461-462
Te Winkel 1887 J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927 , dl. 2 p. 85-86, 97
Te Winkel 1922-1927 J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 210-852  Gent, Universiteitsbibliotheek, 1590  [1425 - 1475] , f. 1ra-2vc (fragment, variant)
Gent, Universiteitsbibliotheek, 1590
Post quem: 1425
Ante quem: 1475
Datering: midden 15e eeuw (BNM: 3e kwart 14e eeuw)
Biemans 1997 , p. 447-448 (61-2)
Biemans 1997 J.A.A.M. Biemans, Onsen Speghele Ystoriale in Vlaemsche. Codicologisch onderzoek naar de overlevering van de Spieghel historiael van Jacob van Maerlant, Philip Utenbroeke en Lodewijk van Velthem met een beschrijving van de handschriften en fragmenten. 2 dln. Leuven (Peeters) 1997. Schrift en schriftdragers in de Nederlanden in de Middeleeuwen II. Diss. Utrecht 1995.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 158,  162
(b) vss. 1-1127  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 6  [1475 - 1500] , f. 22rb-23rb (verkorte variant van Dirc Potter, Der minnen Loep, boek II vss. 430-608)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 128 E 6
(olim AA 70)
Post quem: 1475
Ante quem: 1500
Datering: ca. 1480
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 25,  102,  108,  spr. 5 158,  162,  166,  177,  184,  192
(c) vss. 1-1127  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 592  [1575 - 1600] , f. ? (prozaroman)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 592
Post quem: 1575
Ante quem: 1600
Datering: 1593
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 162
(d) vss. 1-1127  Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 205  [1475 - 1500] , f. 76r-80r (verkorte variant van Dirc Potter, Der minnen Loep, boek II vss. 430-608)
Leiden, Universiteitsbibliotheek, LTK 205
Post quem: 1475
Ante quem: 1500
Datering: 1486
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 159,  162
Zie: 
Van Buuren 1979 , p. 133 en n. 65 (b, d)
Van Buuren 1979 A.M.J. van Buuren, Der minnen loep van Dirc Potter. Studie over een Middelnederlandse Ars amandi. Utrecht (HES) 1979. Diss. Utrecht.
Jansen-Sieben 1985 , p. 12-13 (a)
Jansen-Sieben 1985 R. Jansen-Sieben, De Borchgravinne van Vergi. Naar handschrift-Van Hulthem en het Gentse fragment uitg. en toegelicht door ─. 3e verm. uitg. met een letterkundige uitleiding door F.P. van Oostrom. Utrecht (HES) 1985.
Lambin 1838 , p. 57-58 (a)
Lambin 1838 J.J. Lambin (ed.), 'Van der zielen ende van den lechame, een oud gedicht, en bedenkingen daerop'. In: Belgisch museum 2 (1838), p. 57-77.
Leendertz 1845-1847 , dl. 1 p. 139-145 (b, d)
Leendertz 1845-1847 P. Leendertz Wz., Der minnen loep van Dirc Potter, uitg. door ─. Leiden (Du Mortier) 1845-1847. 3 dln. Werken uitgegeven door de Vereeniging ter Bevordering der Oude Nederlandsche Letterkunde.
Resoort 1988 , (c)
Resoort 1988 R. Resoort, Een schoone historie van der borchgravinne van Vergi. Onderzoek naar de intentie en gebruikssfeer van een zestiende-eeuwse prozaroman. Hilversum (Verloren) 1988. Middeleeuwse studies en bronnen 9. Diss. Utrecht.
Verdam 1892B , (a)
Verdam 1892B J. Verdam (ed.), 'Fragment eener tweede bewerking van Die Borchgravinne van Vergi'. In: Versl. & meded. der Kon. Akad. van Wetenschappen. Afd. Letterkunde, 3e reeks nr. 8 (1892), p. 33-46.
Aanvullende informatie bij parallellen en Variant: 
Daarnaast vermeldt 
Resoort 1988 twee drukken uit de 16e en 17e eeuw. 
Resoort 1988 R. Resoort, Een schoone historie van der borchgravinne van Vergi. Onderzoek naar de intentie en gebruikssfeer van een zestiende-eeuwse prozaroman. Hilversum (Verloren) 1988. Middeleeuwse studies en bronnen 9. Diss. Utrecht.