Repertorium Hulthem

Vanden stocvisch

Hulthem-Nr: 
165  (f. 165ra,1-165ra,25)
Opschrift: 
Vanden stocvisch ·C·lxv·
Incipit: 
DE stocvisch heeft enen goeden zede Daer mach een man tornieren mede
Explicit: 
Ende mijn herte beghint te lachen Dat ic een boes wijf erre can machen
Afrondingsformule: 
Nota ·xxij· verse
Weergave inhoud: 
Een stokvis is een handig ding. Een man kan ermee aan het steekspel meedoen, er de hond mee van langs geven en er de deur mee barricaderen. Als hij dit alles heeft gedaan kan hij het kwaad er onvergetelijk mee uit zijn vrouw slaan. Dan pas is de stokvis goed om op te eten. Al komen de slagen bij vrouwen hard aan, dan is dit toch een goede raad. Voor het kastijden van een vrouw kan de stokvis geen kwaad. Had een fatsoenlijke man maar nooit een slechte vrouw. Is dat toch het geval, dan hoop ik dat hij haar de mond snoert en dat zij daarbij de anderendaagse koorts krijgt. Als ik dit tegen een slechte vrouw zeg, gunt ze mij de hele dag niets goeds meer. Dat doet me goed en mijn hart begint te lachen omdat ik een boosaardige vrouw kwaad kan maken.
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
22 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-O 2 regels hoog, Nota met horizontale streep gerubriceerd. ─ Vss. 13/14 onzuiver rijm.
Petit-Nommer(s): 
629
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 865
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Snellaert 1846B , p. 342
Snellaert 1846B F.A. Snellaert (ed.), 'Spreuken'. In: Belgisch museum 10 (1846), p. 342-344.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 93 (121)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Mone 1838 , nr. 416
Mone 1838 F.J. Mone, Uebersicht der niederländische Volksliteratur älterer Zeit. Tübingen (Fues) 1838.
Parallellen en varianten: