Repertorium Hulthem

Sente goedele

Hulthem-Nr: 
19B  (f. 31ra,14-31ra,28)
Opschrift: 
Sente goedele
Incipit: 
Sente goedele reine maghet Want ghi crone vore gode draghet
Explicit: 
Gods vrienscap ende sine minne Soe dat ic hemelrike ghewinne
Weergave inhoud: 
Sint Goedele, zuivere maagd, u die in hoog aanzien staat bij God. Ik bid tot uw heilige naam, waak over mij en wees mijn steun. Zoals u de duivel die op uw ziel uit was versloeg door 's nachts in de kerk de metten bij te wonen. Help mij Gods vriendschap te verwerven, zodat ik het hemelrijk mag verdienen.
Namen: 
Goedele (St.)
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Gebed (tot Goedele).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
14 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-S 1 regel hoog, tussenkopje in rood. ─ Tussenkopje gebruikt als titel. ─ Deel van serie gebeden (zie 19A).
Petit-Nommer(s): 
815
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 240
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1858A , p. 402
Serrure 1858A C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten en prozastukken uit de dertiende en veertiende eeuw'. In: Vaderlandsch museum 2 (1858), p. 146-221 en 374-451.
Secundaire literatuur: 
Oosterman 1992 , n. 26
Oosterman 1992 J.B. Oosterman, 'Maria vrou dijn reynicheit. Een aan Willem van Hildegaersberch toegeschreven Mariagebed'. In: Ons geestelijk erf 66 (1992), p. 260-283.
Oosterman 1994
Oosterman 1994 J.B. Oosterman, 'Heiligengebeden en een verdwenen blad uit het handschrift-Van Hulthem (Brussel, KB, HS. 15.589-623)'. In: Spiegel der letteren 36 (1994), p. 307-318.
Oosterman 1995A , p. 74, 371 n. 78
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten: 
Vss. 1-14  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI  [1350 - 1400] , f. 125r-125v
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, KNAW XXXVI
Post quem: 1350
Ante quem: 1400
Datering: 2e helft 14e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 6,  7,  17,  (2x) 18,  19A,  19B,  19C,  36A,  83,  (2x) 87,  104,  166,  203
Zie: 
Meijer 1839
Meijer 1839 G.J. Meijer, 'Verslag van en mededeeling uit twee getijdenboeken der veertiende eeuw'. In: Verhandelingen der Tweede Klasse van het Kon. Ned. Inst. van Wetenschappen, Letterkunde en Schoone Kunsten 6 (1839), 2e stuk p. 32-71.
Oosterman 1994 , p. 318
Oosterman 1994 J.B. Oosterman, 'Heiligengebeden en een verdwenen blad uit het handschrift-Van Hulthem (Brussel, KB, HS. 15.589-623)'. In: Spiegel der letteren 36 (1994), p. 307-318.
Oosterman 1995A , p. 309 (314)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Verdam 1898 , p. 168
Verdam 1898 J. Verdam, 'Middelnederlandsche geestelijke poëzie (naar aanleiding van twee handschriften in de boekerij der Akademie)'. In: Versl. & meded. der Kon. Akad. van Wetenschappen. Afd. Letterkunde 4e reeks nr. 2 (1898), p. 145-174.