Beidler 1989
Beidler 1989
P. Beidler & T. Decker, 'Lippijn: a Middle Dutch source for the Merchant's tale?'. In: Chaucer review 23 (1989), p. 236-250.
Beidler 1992
Beidler 1992
P.G. Beidler, 'The reeve's tale and its Flemish analogue'. In: Chaucer review 26 (1992), p. 283-292.
Benson 1971
, p. 79-201
Benson 1971
L.D. Benson & Th.M. Andersson (eds.), The literary context of Chaucer's fabliaux: texts and translations. Indianapolis etc. (Bobbs-Merill) 1971.
Boccaccio 1981
Boccaccio 1981
Giovanni Boccaccio, Decamerone. Uit het Italiaans vertaald door F. Denissen. Antwerpen etc. (Manteau) 1981.
Ten Brink 1897
, p. 205
Ten Brink 1897
J. ten Brink, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Amsterdam (Elsevier) 1897.
Dempster 1932
, p. 925, 937
Dempster 1932
G. Dempster, 'Some old dutch and flemish narratives and their relation to analogues in the Decameron'. In: Publications of the Modern Language Association of America 47 (1932), p. 923-948.
Enklaar 1935
Enklaar 1935
D.Th. Enklaar, 'Broeder Aernout, broeder Everaert en zuster Lutgaert'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 54 (1935), p. 129-182.
Enklaar 1975
Enklaar 1975
D.Th. Enklaar, Varende Luyden. Studiën over de middeleeuwse groepen van onmaatschappelijken in de Nederlanden. 3e dr. Arnhem (Gysbers & Van Loon) 1975.
Fischer 1983
, p. 510-511, 529-530
Fischer 1983
H. Fischer, Studien zur deutschen Märendichtung. 2., durchg. und erw. Aufl. besorgt von J. Janota. Tübingen (Niemeyer) 1983.
Hines 1993
, p. 239, 242, 246
Hines 1993
J. Hines, The fabliau in English. Londen etc. (Longman) 1993.
Hogenelst 1991
, p. 174-175
Hogenelst 1991
D. Hogenelst, 'Sproken in de stad: horen, zien en zwijgen'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 166-183 en 379-385. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Hogenelst 1997
, dl. 2 p. 81-82 (102)
Hogenelst 1997
D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Kruyskamp 1957
, p. 122-123
Kruyskamp 1957
C. Kruyskamp, De Middelnederlandse boerden. Voor het eerst verzameld en uitgegeven door ─. 's-Gravenhage (Nijhoff) 1957.
Kully 1977-...
Kully 1977-...
R.M. Kully, 'Studentenabenteuer'. In: W. Stammler, Die deutsche Literatur des Mittelalters: Verfasserlexikon. 2e, völlig neu bearb. Aufl. [...] Berlin etc. (De Gruyter) 1977-... . ... dln. Dl. 9, kol. 461-464.
Lee 1909
, p. 281-287
Lee 1909
A.C. Lee, The Decamaron: its sources and analogues. London (Nutt) 1909.
Leendertz 1901
Leendertz 1901
P. Leendertz Jr., 'X Goede Boerden'. In: Tijdschrift voor Ned. taal- en letterkunde 20 (1901), p. 19.
Lodder 1981
, (scriptie)
Lodder 1981
F.J. Lodder, Dits van den boerden. (Ongepubl. MO-scriptie Ridderkerk 1981, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-307).
Lodder 1982
Lodder 1982
F.J. Lodder, 'De moraal van de boerden'. In: De nieuwe taalgids 75 (1982), p. 39-49.
Lodder 1994
, p. 252, 257 en 427 n. 34
Lodder 1994
F.J. Lodder, '"Ik vind het gewoon lekker". Komische versvertellingen over seksuele moraal'. In: J. Reynaert e.a., Wat is wijsheid? Lekenethiek in de Middelnederlandse letterkunde. Amsterdam (Prometheus) 1995, p. 246-258 en 425-429. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 9.
Lodder 1995
, p. 56-60, 69
Lodder 1995
F.J. Lodder, 'Een genre der boerden?' In: Queeste 2 (1995), p. 54-71.
Lodder 1997
, (passim)
Lodder 1997
F.J. Lodder, Lachen om list en lust. Studies over de Middelnederlandse komische versvertellingen. Leiden (Ridderhof) 1997. Diss. Leiden.
Van Moerkerken 1904
, p. 67
Van Moerkerken 1904
P.H. van Moerkerken, De satire in de Nederlandsche kunst der Middeleeuwen. Amsterdam (Van Looy) 1904. Diss. Utrecht.
Noomen 1983-...
, dl. 4 p. 279-301, 424-430
Noomen 1983-...
W. Noomen & N. van den Boogaard, Nouveau recueil complet des fabliaux. Publié par ─. Assen etc. (Van Gorcum) 1983-... . 10 dln.
Noomen 1993
, p. 1029
Noomen 1993
W. Noomen, 'Une réplique néerlandaise d'un fabliau français: le pescheor de Pont seur Saine et Dits van den vesscher van Parijs'. In: J.-C. Aubailly, E. Baumgartner, F. Dubost e.a. (éds.), Et c'est la fin pour quoy sommes ensemble. Hommage à Jean Dufournet. Littérature, histoire et langue du moyen âge. Parijs (Champion) 1993. 3 dln. Dl. 3, p. 1029-1044. Nouvelle bibliothèque du Moyen Age 25.
Schofield 1893
Schofield 1893
W.H. Schofield, 'The source and history of the seventh novel of the seventh day in the Decameron'. In: Harvard studies and notes in philology and literature 2 (1893), p. 185-212.
Van der Ven 1981
, (scriptie)
Van der Ven 1981
J.W.J. van der Ven, Elc sanc na der naturen sinne. Een onderzoek waarin twee ofr. fabliaux vergeleken worden met twee mnl. boerden. (Ongepubl. doctoraalscriptie, te raadplegen bij de V.U. Amsterdam, afd. Letterkunde).
Verwijs 1860
, p. X
Verwijs 1860
E. Verwijs, Dit sijn X goede boerden. Uitgegeven en toegelicht door ─. 's-Gravenhage etc. (Nijhoff) 1860.
Van Vloten 1870
, p. 146-147
Van Vloten 1870
J. van Vloten, 'Tekstcritiek III, op Tien goede boerden 3, vs. 185-192'. In: De taal- en letterbode 1 (1870), p. 146.
De Vries 1873
, p. 76-80
De Vries 1873
M. de Vries, 'Tekstcritiek'. In: De taal- en letterbode 4 (1873), p. 45-80.
Te Winkel 1887
, p. 459
Te Winkel 1887
J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927
, dl. 2 p. 83
Te Winkel 1922-1927
J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Worp 1897
, p. 389 n. 2
Worp 1897
J.A. Worp, 'Drama's en kluchten naar den Decamerone'. In: Noord en zuid 20 (1897), p. 385-401.
Ziegler 1988
, p. 17-22
Ziegler 1988
H.J. Ziegler, 'Boccaccio, Chaucer, Mären, Novellen: The tale of the cradle'. In: K. Grubmuller, L.P. Johnson, H. Steinhoff (Hrsg.), Kleine Erzählformen im Mittelalter. Paderborner Colloquium 1987. Paderborn etc. (Schöningh) 1988, p. 9-31.