Repertorium Hulthem

Tgheluc vanden hont

Hulthem-Nr: 
137  (f. 116ra,33-116rb,32)
Opschrift: 
Tgheluc vanden hont ·Cxxxvij·
Incipit: 
IC hebbe weder ende voert Herde menech werf ghehoert
Explicit: 
Comen ghelijc den hont Die men dect onder bont
Afrondingsformule: 
Nota ·xxxiiij· verse
Weergave inhoud: 
Van alle kanten heb ik vaak horen vertellen, dat het geluk van een hond meer waard is dan het stuk brood of vlees dat men hem geeft. Menige hond heeft een zo groot geluk dat hij bij vrouwen en meisjes in en uit kan lopen en op hun kostbare bedden kan liggen zonder uitgescholden of weggestuurd te worden. Men kust hem, draagt hem op de arm en zorgt dat hij het niet koud heeft. Dat geluk heeft een hond! Menige man zou in gelukzaligheid leven, mocht dat voor hem ook eens gelden. Nog voor geen duizend gulden zou hij het geluk willen opgeven om een voet in de kamer van zijn dame te zetten. Nu klaagt en jammert menige man zeer: al schenkt hij een vrouw geheel zijn hart, toch mag hij niet, zoals de met bont toegedekte hond, bij haar binnenkomen.
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
34 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-I 2 regels hoog, f. 116rb,18 doorgehaald. ─ Onzuiver rijm: vss. 13/14 en 27/28.
Petit-Nommer(s): 
472b3
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 2 p. 639-640
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1855 , p. 96-97
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Gerritsen 1993 , p. 57-59
Gerritsen 1993 W.P. Gerritsen & A.G. van Melle (red.), Van Aiol tot de Zwaanridder: personages uit de middeleeuwse verhaalkunst en hun voortleven in literatuur, theater en beeldende kunst. Nijmegen (SUN) 1993.
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 83-84 (106)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Schnell 1985
Schnell 1985 R. Schnell, Causa amoris: Liebeskonzeption und Liebesdarstellung in den mittelalterlichen Literatur. Bern (Francke) 1985. Bibliotheca Germanica.
Parallellen en varianten: