Repertorium Hulthem
Ene bedinghe opden ·A·b· ·xxxj·
Hulthem-Nr:
31
(f. 40vb,2-41rb,32)
Opschrift:
Ene bedinghe opden ·A·b· ·xxxj·
Incipit:
Ave tempel der triniteit
Ane siet vrouwe dore ·v· ghenadicheit
Explicit:
Ende al dore ·v· helpt ons ter baten
Ende dat willic hier mede laten
Afrondingsformule:
Item desen sproke houdt---C·ende·xiiij· verse
Weergave inhoud:
Gegroet tempel der Drievuldigheid, moeder der barmhartigheid, koningin van de hemel, roos zonder doornen, sterre der zee. Waar Eva ons kwaad heeft gedaan, heeft u ons goed gedaan. Geloofd zij u, Maria. Wees onze voorspraak bij de almachtige God, die u een bijzondere plaats gaf in Zijn koninkrijk. Ontferm u over ons, bid voor ons arme zondaren, houd ons op het rechte pad, troost ons en help ons te komen tot de hemelse zaligheid. [De 'losse' opbouw van dit gebed wordt veroorzaakt door de vorm: per strofe begint elk vers telkens met de volgende letter van het alfabet. Op de Z volgen de abbreviaturen daer, dat, con en ende.] Rubriek: aan iedereen die dit gebed met devotie bidt, verleent paus janne [wellicht paus Johannes XXII 1316-1334] zeven jaar aflaat en kwijtschelding van een kwart penitentie en van een vasten van veertig dagen.
Namen:
Christenen
Christina
Christoforus
Eva
Gabriël (St.)
Herodes
Isaias
Israël
Jan
Joden
Johannes de Evangelist (St.)
Johannes (paus)
Johannes de Doper/Baptista (St.)
Joods
Maria, moeder van Jezus
paus janne (Johannes)
Pilatus
Auteurs:
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort:
Bedinghe (volgens opschrift en rubriek), sproke (volgens afrondingsformule); gebed (tot Maria), ABC-gebed (Oosterman 1995A).
Vorm:
rijm: aaaa/rubriek in proza
Lengte:
109 vss., 26 strofen van 4, 1 van 5 vss. + rubriek van 5 regels proza
Aanvullende informatie:
Initiaal-A 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 4 regels, slotrubriek in zwart. ─ Rubriek: Soe wie dese bedinghe seghet // met devocien hi heuet ·vij· jaer // aflaets vanden paus Ianne Ende // tfierendele van ghesetter penitencien // quite Ende ene karine. ─ Aantal vss. volgens afrondingsformule: 114 (prozarubriek is meegeteld). Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Per strofe begint elk vers met een letter uit het alfabet, bij de 4 slotstrofen met abbreviaturen. Slotstrofe telt 5 vss. Vss. 66/67 gedeeltelijk gelijkluidend. Onzuiver rijm: vss. 93/96.
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 1 p. 284-288
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1858A
, p. 405-408
Serrure 1858A
C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten en prozastukken uit de dertiende en veertiende eeuw'. In: Vaderlandsch museum 2 (1858), p. 146-221 en 374-451.
Secundaire literatuur:
Burghoorn 1984
, (scriptie)
Burghoorn 1984
J. Burghoorn, Maria in Hulthem. Een onderzoek naar de achtergronden van drie Maria-gedichten uit het handschrift van Hulthem, ingeleid, geannoteerd en van een toelichting voorzien. (Ongepubl. doctoraalscriptie Ermelo 1984, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-357).
Laga 1956
, (licentiaatsverhandeling)
Laga 1956
G. Laga, Maria in de Middelnederlandse letterkunde. Onderzoek van de voorstellingswijze in de diverse literaire genres en van het parallellisme in de plastische kunsten. Licentiaatsverhandeling Leuven 1956.
Oosterman 1993
Oosterman 1993
J.B. Oosterman, 'Om de grote kracht der woorden. Middelnederlandse gebeden en rubrieken in het Brugge van de vroege vijftiende eeuw'. In: Th. Mertens e.a., Boeken voor de eeuwigheid. Middelnederlands geestelijk proza. Amsterdam (Prometheus) 1993, p. 230-244 en 437-444. Nederlandse cultuur en literatuur in de Middeleeuwen 8.
Oosterman 1995A
, p. 385 n. 50, 390 n. 145, 156
Oosterman 1995A
J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Te Winkel 1887
, p. 432-433
Te Winkel 1887
J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927
, dl. 2 p. 59
Te Winkel 1922-1927
J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten:
(a) vss. 1-109
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 93
[1425 - 1450]
, f. 113v-117v
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 93
(olim Barmen, Bibl. Hinsberg)
Post quem: 1425
Ante quem: 1450
Datering: 1433
Overeenkomst met Hulthem-nr(s):
7,
17,
31,
83
(b) vss. 1-109
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 1.137
[1400 - 1450]
, f. 74v-79v
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, IV 1.137
Post quem: 1400
Ante quem: 1450
Datering: ca. 1425
Overeenkomst met Hulthem-nr(s):
17,
31,
83
(c) vss. 1-12
Krakow, Muzeum Narodowe, 2943
[1400 - 1425]
, f. 81v
Krakow, Muzeum Narodowe, 2943
Post quem: 1400
Ante quem: 1425
Datering: 1410-1420
Overeenkomst met Hulthem-nr(s):
31,
40,
85,
87
Zie:
Oosterman 1995A
, p. 234 (27) (a-c)
Oosterman 1995A
J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.