Repertorium Hulthem

Met viere letteren

Hulthem-Nr: 
72  (f. 65va,8-66va,21)
Opschrift: 
Met viere letteren mors ghespelt ·lxxij·
Incipit: 
O Mors ero mors tua mors Mensche die di seluen versmors
Explicit: 
Dat wi die blisscap moeten ontfaen Die nemmermeer en mach vergaen
Afrondingsformule: 
Amen Amen Item ·C·lxxx· verse
Weergave inhoud: 
Eens komt de dag van de eindafrekening, onze dood, in het Latijn: mors. Op de vier letters van dit woord maakte ik dit gedicht. Met de M begint mors / morsins, Latijns voor: beet. De dood is als een ongeneselijke, bittere beet, waar niemand aan ontkomt [woordspel bitter / bijter]. Gedenk de bittere dood van Christus. De O is van occulta: geheim, verborgen. Het is voor de mensen geheim, verborgen wanneer de onvermijdelijke beet van de dood komt. Alleen Christus voorzag Zijn dood. De R is van refourmasie: gedaanteverwisseling, hervorming. De dood vervormt een bloeiend lichaam tot wormenvoedsel, behalve bij Christus. Tot slot de S van stateria: schaal. Na de dood worden zonden en goede werken op een weegschaal gelegd. Alleen door inkeer, berouw, een deugdzaam leven en het Corpus Domini, het Lichaam van de Heer mogen we hopen op de eeuwige blijdschap.
Namen: 
David Diets Jezus Joden Latijn
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Religieuze sproke, lettergedicht (Hogenelst 1997), memento mori.
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
188 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-O 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Latijn in vss. 1, 33, 44, 67, 105, 137, 186. De kopiist lijkt het Latijn niet voldoende te beheersen: in vs. 44 morsins in plaats van morsus, in vs. 105 refourmasie in plaats van reformatio en in vs. 137 stateria in plaats van statera. ─ Aantal vss. volgens afrondingsformule: 180. Lombarden vss. 25, 42, 65, 103 en 133: structurering per letter. Onzuiver rijm: vss. 23/24, 53/54, 57/58, 73/74, 101/102, 139/140, 147/148 en 181/182. Herhaling van rijmwoorden: vss. 23/24 en 147/148.
Petit-Nommer(s): 
1634
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 400-404
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
De Pauw 1893-1914 , dl. 1 p. 100-106
De Pauw 1893-1914 N. de Pauw (ed.), Middelnederlandsche gedichten en fragmenten. Gent (Siffer) 1893-1914. 2 dln.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 57-58 (64)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Parallellen en varianten: