Repertorium Hulthem
Ene tafelronde ·liiij·
Hulthem-Nr:
54
(f. 55rb,19-55vb,1)
Opschrift:
Ene tafelronde ·liiij·
Incipit:
Wat manne die sijns liues es goet
Ende dan heuet vrien moet
Explicit:
Want men sal hem willen kinnen
Oec mach hi hopen goeder minnen
Afrondingsformule:
Item desen sproke houdt---lxiiij· verse
Weergave inhoud:
Voordat een ridder aan een toernooi begint moet hij bedenken dat hij nog vijf sloten mist. Als eerste moet hij zijn gedachten richten op edele vrouwen en die zo in zijn hart sluiten, dat hij door zijn dapperheid toont een dienaar van de liefde te zijn. Hij moet stevig in het zadel zitten en zijn paard vriendelijk maar beslist besturen. Daardoor zal hij bij de vrouwen opvallen. Hij moet zijn helm en wapenrusting zo stevig aangorden alsof hij zijn geliefde aan zijn hart drukt en zijn speer zo vast aan zijn schild bevestigen dat het geklonken lijkt. Hij moet er op losslaan alsof de tegenstander zijn vader zou hebben gedood. Dan zal hij door de vrouwen bewonderd worden! Ten slotte moet hij zijn speer vastklinken aan de helm van zijn tegenstander en zich niet door de aanwezigheid van vrouwen laten afleiden. Aldus voorbereid, zal men zich 's avonds om hem verdringen en mag hij hopen op goeder minnen.
Auteurs:
Anoniem?
Anoniem?
Datering: onbekend
Toeschrijving van auteurschap onzeker of wordt betwijfeld. Dit is met name het geval voor de 49 teksteenheden die door Van Eeghem zijn toegeschreven aan Jan Dille (zie Jan Dille?).
Jan Dille?
Jan Dille?
Datering: onbekend
49 teksteenheden toegeschreven door Van Eeghem aan Jan Dille. Betwijfeld (en voor de abele spelen weerlegd) door Van Mierlo. - Nr. 68 toegeschreven door Jonckbloet aan Jan van Hollant en door Van Eeghem aan Jan Dille.
Secundaire literatuur
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.: dl. 3 passim, en p. 184 voor nr. 68.
J. van Mierlo, 'Is Jan Dille de dichter van onze abele spelen?'. In: Versl. & meded. van de Kon. Vl. Acad. voor taal- en letterkunde 1957, p. 65-83.
W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.: dl. 3 p. 305
Tekstsoort:
Sproke (volgens afrondingsformule), profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Aanvullende informatie:
Initiaal-W 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen. ─ Tekstdatering: laat 14e eeuw (Van Anrooij 1991, p. 187-188). ─ Lombarden vss. 9, 17, 29, 37 en 53: structurering per slot. Onzuiver rijm: vss. 27/28 en 33/34.
Edities:
Brinkman/Schenkel 1999
, band 1 p. 351-352
Brinkman/Schenkel 1999
H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Willems 1841B
Willems 1841B
J.F. Willems (ed.), 'Ene tafelronde'. In: Belgisch museum 5 (1841), p. 256-258.
Secundaire literatuur:
Van Anrooij 1990
, p. 109, 235 n. 275, 251 n. 105 en 106
Van Anrooij 1990
W. van Anrooij, Spiegel van ridderschap. Heraut Gelre en zijn ereredes. Amsterdam (Prometheus) 1990. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 1. Diss. Leiden.
Van Anrooij 1991
, p. 187-188
Van Anrooij 1991
W. van Anrooij & A.M.J. van Buuren, ''sLevens felheid in één band: het handschrift-Van Hulthem'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 184-199 en 385-391. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Van Eeghem 1958-1963
, dl. 3 p. 184
Van Eeghem 1958-1963
W. van Eeghem, Brusselse dichters. Brussel (Simon Stevin) 1958-1963. 5 dln.
Hogenelst 1997
, dl. 2 p. 52 (55)
Hogenelst 1997
D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Voerman 1989
, (scriptie)
Voerman 1989
E. Voerman, Ene tafelronde, een gedicht uit het handschrift Van Hulthem. (Ongepubl. doctoraalscriptie Utrecht 1989, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCL-L-643).
Te Winkel 1887
, p. 437
Te Winkel 1887
J. te Winkel, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde. Haarlem (Bohn) 1887.
Te Winkel 1922-1927
, dl. 2 p. 63
Te Winkel 1922-1927
J. te Winkel, De ontwikkelingsgang der Nederlandsche letterkunde. 2e dr. Haarlem (Bohn) 1922-1927. 7 dln. [Ongew. herdr. Utrecht etc., 1973].
Parallellen en varianten:
─
