Repertorium Hulthem

Van onder windene ·lvij·

Hulthem-Nr: 
57  (f. 56vb,20-57rb,7)
Opschrift: 
Van onder windene ·lvij·
Incipit: 
Die van cleinen onder winden Es die leeft met groten vrede
Explicit: 
Horende doef ende siende blent Hier omme soe en onderwintdi niet
Afrondingsformule: 
nota ·lxxj· verse
Weergave inhoud: 
Wie zich tegenwoordig in weinig zaken mengt, leeft in vrede en behoedt zijn ziel. Ik zeg u dit: degene die zich met weinig bemoeit, kiest de wijste partij. Wie zich met vele zaken inlaat, krijgt zelf ook veel kritiek. Bemoeizuchtigen worden afgekeurd en met de vinger nagewezen. Houd je maar bij je eigen zaken, dan heb je genoeg te doen. Denk eraan dat het leven onverwacht kan eindigen, vervul je plichten en leef deugdzaam. Wie zijn ziel en leven behoedt, beschermt twee goede burchten. Maar blijf niet onverschillig als iemand steun nodig heeft. Dat is een van de werken van barmhartigheid en iets anders dan zich met alles te bemoeien. Neem een voorbeeld aan je buren. Geeft hun bemoeizucht hun vrede en rust? Ik raad u, mijn vrienden, daarom aan om u niet te veel te bemoeien met vreemde dingen die u ziet. Uit bemoeizucht is al heel wat verdriet voortgekomen. Publieksaanspreking: vs. 60 u die mijn vrienden sijt.
Auteurs: 
Anoniem
Anoniem
Datering: onbekend
Over de auteurs van 119 teksteenheden en delen van nr. 108 en 148 is geen enkel gegeven bekend.
Tekstsoort: 
Pseudo-ballade (Willaert 1992B), hekelende profaan-ethische sproke (Hogenelst 1997), leerdicht.
Vorm: 
rijm: ababbcbc
Lengte: 
71 vss., 8 strofen van 8 en 1 strofe van 7 regels
Aanvullende informatie: 
Initiaal-D 2 regels hoog, lombarden (1 regel hoog) om de 8 regels. ─ Strofenindeling gebaseerd op rijmschema en lombarden. Gelet op het rijmschema mankeert na vs. 10 een vers. Onzuiver rijm: vss. 60/62 en 65/67.
Petit-Nommer(s): 
641
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 358-360
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
Serrure 1855 , p. 328-330
Serrure 1855 C.P. Serrure (ed.), 'Kleine gedichten uit de dertiende en veertiende eeuwen'. In: Vaderlandsch museum 1 (1855), p. 41-99 en 296-401.
Secundaire literatuur: 
Hogenelst 1997 , dl. 2 p. 53-54 (58)
Hogenelst 1997 D. Hogenelst, Sprekers en sproken. Inleiding op en repertorium van de Middelnederlandse sproke. Amsterdam (Prometheus) 1997. 2 dln. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 15. Diss. Leiden.
Pleij 1991C , p. 38
Pleij 1991C H. Pleij, 'Inleiding: op belofte van profijt'. In: H. Pleij e.a., Op belofte van profijt. Stadsliteratuur en burgermoraal in de Nederlandse letterkunde van de Middeleeuwen. Amsterdam (Prometheus) 1991, p. 8-51 en 347-353. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 4.
Willaert 1992B , p. 354 n. 65
Willaert 1992B F. Willaert, 'Het zingende hof. Ontstaan, vertolking en onthaal van hoofse minnelyriek omstreeks 1400'. In: F. Willaert e.a., Een zoet akkoord. Middeleeuwse lyriek in de Lage Landen. Amsterdam (Prometheus) 1992, p. 109-122 en 348-359. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 7.
Parallellen en varianten: