Repertorium Hulthem

Onser vrouwen vijf pinen ·lxiiij·

Hulthem-Nr: 
64A  (f. 60rb,18-60va,26)
Opschrift: 
Onser vrouwen vijf pinen ·lxiiij·
Incipit: 
O Maria maghet soete Die solaes es ende boete
Explicit: 
Ende bringhen mi tote hemelrike Dies biddic ·v· vrouwe oedmoedelike
Afrondingsformule: 
Amen Item ·xliiij· verse
Weergave inhoud: 
Maria, zoete Maagd, die ons tot troost bent, onze zonden uitwist en ons geneest, ik bid tot u. Uw eerste smart was toen de blinde Simeon u het lijden en de kruisdood van uw Kind voorspelde. Die voorspelling doorsneed uw hart. De tweede smart leed u bij het bericht dat men uw Kind in Jeruzalem gevangen had genomen, waar men Hem om onze zonden ter dood zou brengen; onder het kruis leed u de derde smart, toen u uw Kind zag hangen, naakt, handen en voeten doorboord, Zijn hart met een speer doorstoken. Dat moet als een zwaard door uw hart zijn gegaan. De vierde smart die u daarna leed was, toen uw gestorven Kind van het kruis werd genomen. Toen Hij in zijn graf werd gelegd, leed u de vijfde smart. Al deze bittere smart overwegend, bid ik u nederig, mij te verlossen van mijn leed en mij te brengen naar het hemelrijk.
Namen: 
Jeruzalem Maria, moeder van Jezus Simeon
Auteurs: 
Loy Latewaert
Loy Latewaert
Datering: onbekend
Auteur van nr. 64, deel van Seghelijn van Jherusalem; vermoedelijk een Vlaming (Serrure 1872). Geen nadere bijzonderheden bekend.
Secundaire literatuur
C.P. Serrure, Letterkundige geschiedenis van Vlaanderen. Eerste deel: Nederlandsche en Fransche letterkunde tijdens XII, XIII en XIVde eeuwen. Gent (De Busscher) 1872.: p. 373
Tekstsoort: 
Gebed (tot Maria).
Vorm: 
rijm: aabb
Lengte: 
44 vss.
Aanvullende informatie: 
Initiaal-O 2 regels hoog, marginaal paragraafteken vóór de initiaal, lombarden (1 regel hoog) op onregelmatige plaatsen, Amen met horizontale streep gerubriceerd. ─ Afkomstig uit Seghelijn van Jherusalem vss. 8425-8469. Tekst dateert uit het midden van de veertiende eeuw (Oosterman 1995A, p. 52). ─ Lombarden vss. 4, 12, 20, 32 en 39: gestructureerd per pine. Onzuiver rijm: vss. 35/36.
Petit-Nommer(s): 
1473i
Edities: 
Brinkman/Schenkel 1999 , band 1 p. 375-376
Brinkman/Schenkel 1999 H. Brinkman & J. Schenkel (ed.), Het handschrift-Van Hulthem. Hs. Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 15.589-623. Diplomatische editie bezorgd door -. Hilversum (Verloren) 1999. 2 banden. Middeleeuwse Verzamelhandschriften uit de Nederlanden 7/1-2.
De Pauw 1893-1914 , dl. 1 p. 31-33
De Pauw 1893-1914 N. de Pauw (ed.), Middelnederlandsche gedichten en fragmenten. Gent (Siffer) 1893-1914. 2 dln.
Pollman 1962 , p. 122-124
Pollman 1962 J. Pollman, Van tweeërlei minne; bloemlezing van Middelnederlandsche lyriek. Zwolle (Tjeenk Willink) 1962. Klassieken uit de Nederlandse letterkunde 16.
Secundaire literatuur: 
Burghoorn 1984 , (scriptie)
Burghoorn 1984 J. Burghoorn, Maria in Hulthem. Een onderzoek naar de achtergronden van drie Maria-gedichten uit het handschrift van Hulthem, ingeleid, geannoteerd en van een toelichting voorzien. (Ongepubl. doctoraalscriptie Ermelo 1984, te raadplegen in de Universiteitsbibliotheek Utrecht, LB NED SCR-L-357).
Jonckbloet 1851-1855 , dl. 3 p. 387
Jonckbloet 1851-1855 W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Middennederlandsche dichtkunst. Amsterdam (Van Kampen) 1851-1855. 3 dln.
Kronenburg 1904-1931 , dl. 2. p. 211-279
Kronenburg 1904-1931 J.A.F. Kronenburg, Maria's heerlijkheid in de Nederlanden. Amsterdam etc. (Bakker etc.) 1904-1931. 9 dln.
Laga 1956 , (licentiaatsverhandeling)
Laga 1956 G. Laga, Maria in de Middelnederlandse letterkunde. Onderzoek van de voorstellingswijze in de diverse literaire genres en van het parallellisme in de plastische kunsten. Licentiaatsverhandeling Leuven 1956.
Oosterman 1995A , p. 52, 367 n. 22, 377 n. 163
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
De Voght 1941 , p. 51-52
De Voght 1941 J. de Voght, Maria in de Middelnederlandsche poëzie. Tongerloo (St. Norbertus Boekhandel) 1941.
Parallellen en varianten: 
(a) vss. 1-44  Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. fol. 922  [1400 - 1450] , f. 108vb-109ra
Berlijn, Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz, Germ. fol. 922
Post quem: 1400
Ante quem: 1450
Datering: ca. 1410-1430 (BNM: ca. 1412-1415)
Martin 1867
Martin 1867 E. Martin, 'Mittelrheinische und niederländische Gedichte in einer Berliner Handschrift'. In: Zeitschrift für deutsches Altertum 13 (1867), p. 348-377.
Strijbosch 1996 , p. 17 (5)
Strijbosch 1996 C. Strijbosch, Repertorium van Middelnederlandse liederen in bronnen tot 1500. Deel 1: Bronnenrepertorium. Antwerpen (UFSIA) 1996.
Van den Wijer 1983 , dl. 1 p. 68-84
Van den Wijer 1983 I. van den Wijer, Segheliin. Codicologische, bibliografische en tekstkritische studie en editie. Leuven (KU) 1983. 2 dln. Diss. Leuven.
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 64A,  75,  159
(b) vss. 1-44  Gent, Universiteitsbibliotheek, Res. 1405  [1475 - 1500] , f. ?
Gent, Universiteitsbibliotheek, Res. 1405
Post quem: 1475
Ante quem: 1500
Datering: 1483-1486
Van den Wijer 1983 , dl. 1 p. 100-101
Van den Wijer 1983 I. van den Wijer, Segheliin. Codicologische, bibliografische en tekstkritische studie en editie. Leuven (KU) 1983. 2 dln. Diss. Leuven.
Aanvullende informatie: niet in BNM: incunabel
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 64A
(c) vss. 1-44  Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 22.081  [1400 - 1500] , f. 185v-188 (proza-variant)
Brussel, Koninklijke Bibliotheek van België, 22.081
Post quem: 1400
Ante quem: 1500
Datering: 15e eeuw
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 6,  27,  64A
(d) vss. 1-44  's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 72 J 8  [1425 - 1450] , f. 173-179 (proza-variant)
's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, 72 J 8
(olim X 151)
Post quem: 1425
Ante quem: 1450
Datering: 1437
Overeenkomst met Hulthem-nr(s): 27,  64A
Zie: 
Meertens 1930-1934 , dl. 6 p. 145 (c)
Meertens 1930-1934 M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Meertens 1930-1934 , dl. 6 p. 179 (d)
Meertens 1930-1934 M. Meertens, De godsvrucht in de Nederlanden. Naar handschriften van gebedenboeken der XVe eeuw. Antwerpen etc. (Standaardboekhandel etc.) 1930-1934. 6 dln. [alleen dln. 1-3 en 6 verschenen]. Historische bibliotheek van godsdienstwetenschappen.
Oosterman 1995A , p. 291 (248) (a-b)
Oosterman 1995A J.B. Oosterman, De gratie van het gebed. Overlevering en functie van Middelnederlandse berijmde gebeden. Amsterdam (Prometheus) 1995. Nederlandse literatuur en cultuur in de Middeleeuwen 12. Diss. Leiden.
Verdam 1878 , p. 114-115 (a-b)
Verdam 1878 J. Verdam (ed.), Seghelijn van Jherusalem naar het Berlijnse handschrift en den ouden druk. Leiden (Brill) 1878.
Van den Wijer 1983 , p. 237-238 (a-b)
Van den Wijer 1983 I. van den Wijer, Segheliin. Codicologische, bibliografische en tekstkritische studie en editie. Leuven (KU) 1983. 2 dln. Diss. Leuven.